Weizen, dat is dat heerlijke verfrissende troebele bier uit Duitsland. Het liefst gedronken uit van die typische hoge glazen van een halve liter met een bolle schuimkraag erop. Er bestaan ook wel kleinere glazen, maar dit bier is zo doordrinkbaar, dat het weg is voordat je er aan begonnen bent. Vandaar die halve liter. Dan kun je tenminste nog een tweede slok nemen voordat het glas leeg is. In deze blog kom je meer te weten over dit biertype.
Is weizen hetzelfde als witbier?
Weizen komt oorspronkelijk uit Beieren in het zuiden van Duitsland. Het is voor minimaal 51% gebrouwen uit tarwemout. En nu we bij die tarwe zijn, laten we direct een fabeltje uit de wereld helpen. Weizen is het Duitse woord voor tarwe, het heeft niets met de kleur wit te maken. In de loop der tijd is het verbasterd tot Weisse en later in het Nederlands vertaald als ‘wit’. Maar met de kleur heeft het niets te maken. Weizenbier is gewoon geel. Het Engelse woord voor tarwe, ‘wheat’, zit een beetje in dezelfde hoek.
Natuurlijk is een echte Weizen gebrouwen volgens het Reinheitsgebot, wat betekent dat er alleen mout, water hop (en gist) gebruikt mag zijn in het brouwproces. Geen vruchten, geen specerijen en al helemaal geen kunstmatige toevoegingen. Toch zit er in een typische Weizen een hint van banaan en kruidnagel. Hoe kan dat dan? Dat komt door de gist. Iedere gist produceert naast alcohol en koolzuurgas ook nog allerlei smaakstofjes die bier zo lekker maken. Bij Weizengist herken je daar duidelijk iets van banaan en kruidnagel in.
Een echte Weizen is mistig, je kunt er niet doorheen kijken. De Duitsers noemen dat Hefeweizen, gisttarwe. Die troebeling komt deels inderdaad door de gist, maar voor een ander deel komt dit door de gebruikte tarwemout. Daar zit veel eiwit in, en dat maakt bier een beetje minder helder. Dat eiwit zorgt er ook voor dat Weizen zo’n heerlijke schuimkraag heeft.
Hoe schenk je het beste een weizenbier in?
De typische troebeling in het Weizenbier vraagt om een speciaal schenkritueel. Voordat je de fles opent rol je hem heel voorzichtig over de bar, of draai hem even op de kop, om het depot los te maken en de gisten en eiwitten goed door het bier te verdelen. Niet schudden, want dan spuit het bier de fles uit.
Dat is een andere eigenschap van Weizen, het heeft wat meer koolzuur dan de meeste bieren die we drinken. Daarom heeft een Weizenglas ook zo’n typische vorm, smal van onder, breed van boven. Dan is er voldoende ruimte voor het schuim en kan het koolzuur makkelijk ontsnappen.
Bij het tappen vraagt Weizen ook wat extra aandacht. Ten eerste sla je de fusten het best ondersteboven op, zodat je deze moet keren voordat je het fust aansluit. Vergelijk het met het rollen van de fles, de eiwitten komen los. Vanwege de hoge koolzuurdruk in het bier tap je Weizen niet gemakkelijk met een gewone kraan. Het liefst gebruik je een compensatorkraan waarmee je de druk en tapsnelheid kunt regelen. En dan, zo’n versgetapte Weizen met bolle schuimkraag, dat is een feestje om in te bijten!
