Henri Reuchlin

Henri Reuchlin • Biersommelier

“Weet u het zeker? Het is niet te zuipen, dat is het smerigste bier op m’n kaart.” Die reactie van de ober had ik niet zien aankomen toen ik op het terras mijn bestelling deed. Het bier stond nog wel in het rijtje ‘Terras Toppers’ op de kaart. Eén van de twee biersommeliers waarmee ik op het terrasje was neergestreken had me juist aangeraden om het bier te proberen. “Dat is toch een kwestie van smaak”, proberen we nog. Maar de ober is onverbiddelijk. “Het is niks. Het bier begint lekker bitter, maar dan is het ineens weg. Er blijft niets over.” Het bier waar de man over spreekt is een session pale ale met 3,5% alcohol van een kleine Nederlandse brouwerij. Session ales zijn fris doordrinkbaar bieren, maar inderdaad niet met de body van een IPA. Je kunt een pils ook moeilijk verwijten dat hij niet naar een stout smaakt.

Ik houd voet bij stuk en bestel het bier. “Je moet het zelf weten”, zegt de ober en sloft naar binnen. Even later komt hij terug met fles en een keurig schoon glas. Het bier blijkt prima, precies wat je van een session pale ale mag verwachten: iets citrus in het begin en het drinkt gemakkelijk door. Het type waarvan er op een warme dag nog wel een tweede ingaat. Het is prima gebrouwen.

niet te zuipen

Afbreuk in bierbeleving

Wat bezielt een horecamedewerker om zo met z’n gasten en met z’n kaart om te gaan, vraag ik me af. Bier drinken kan thuis ook. De toegevoegde waarde van de horeca zit ‘m in beleving. Productkennis is een belangrijke bouwsteen voor die beleving. Ik moet toegeven, de reactie van de man is ook een belevenis, maar niet datgene waar ik op zit te wachten. Ik heb toch minder plezier van mijn bier dan wanneer het was geserveerd met “een geweldige keuze! Het bier is gebrouwen door een jonge startende brouwer die bekend staat om zijn hoppige bieren.” Ik blijf nu proberen te proeven waarom het bier slecht is en vergeet te genieten. We willen ook nog een hapje eten, maar steeds spookt de vraag door mijn hoofd of daar misschien ook iets ‘smerigs’ tussen zit.

Het voorbeeld is misschien wat extreem, maar wel exemplarisch. Nog steeds wordt er in de horeca te weinig geïnvesteerd in kennis van medewerkers. Het is een kip en ei verhaal. Investeren in medewerkers heeft weinig zin omdat de medewerkers zo weer uitvliegen. Maar aan de andere kant is die medewerker zo weinig loyaal, juist omdat hij of zij zich zo weinig gewaardeerd voelt. In een tijd van een steeds krimpende arbeidsmarkt is het aan de horecaondernemer om deze cirkel te doorbreken en in medewerkers te investeren. Blije medewerkers leveren blijere gasten die weer zorgen voor een betere omzet.

We hebben het zelf bij het ene rondje op dit terras gelaten. Bij het afrekenen kan ik niet nalaten om aan de ober te vragen waarom het bier op de kaart staat als het zo vreselijk is. “Het moet van m’n baas”, is het onthutsende antwoord.

Deze column is geschreven voor horecavakbeurs BBB, van 7 t/m 9 oktober 2019 in Maastricht