De koude maanden van het jaar zijn bij uitstek de momenten dat we rokerige dingen eten: rookworst, rookvlees of misschien wel gerookte makreel (of zalm natuurlijk). Het ‘zware’ aroma dat rook lijkt te hebben, past bij de vette gerechten van het seizoen. Maar niet alleen vette gerechten kunnen rokerig zijn. Er bestaan ook rokerige dranken. De whisky’s van het Schotse eiland Islay zijn beroemd om hun jodiumachtige karakter, dat afkomstig is van smeulende turf. Lapsang Souchong is een Chinese thee, die ik vroeger sigarettenpeukjesthee noemde, maar inmiddels ben gaan waarderen. En natuurlijk bestaat er ook rookbier.
Rookbier heeft een smaak waar veel mensen aan moeten wennen. Als ze het bier voor de eerste keer drinken adviseer ik: ‘Oordeel niet totdat je de derde slok genomen hebt. De eerste slok smaakt zo gek, dat bijna niemand dat lekker vindt.” Na die derde slok weet je het. Of je behoort tot de groep die rookbier heerlijk vindt, of je vindt het helemaal niets. ‘You love it, or you hate it’, zoals de Engelsen zeggen. Er is geen tussenweg. Een beetje lekker bestaat niet.
Rookbier hoeft helemaal niet zwaar te zijn, je hebt zelfs alcoholvrije varianten. Stikt genomen is rookbier ook helemaal geen biertype. Je kunt allerlei biertypen in een rokerige variant krijgen: lagers, weizen, bockbier, porters en nog veel meer. De meeste rookbieren combineren heerlijk met winterse gerechten, zoals stampotten en stoofschotels. Maar ook zomers, bij een warm gerookt visje, is het niet te versmaden.
Waar komt de smaak van rookbier vandaan?
De rooksmaak ontstaat door bij het drogen van de mout geen warme lucht te gebruiken, maar rook. Bij de meeste rookbieren is dat rook van een vuurtje op beukenhout. Heel soms wordt er ook eikenhout gebruikt. Op de Britse eilanden is de brandstof veelal turf. Dat geeft het bier een jodiumachtige toets, zoals bij de whisky’s van Islay. Die smaak combineert uitstekend met een donkere porter. Er bestaan zelfs bieren die gearomatiseerd zijn met Lapsang Souchong thee. Dat zijn dan weer elegante, lichte bieren. Maar daarmee komen we wel hoek van de echte beer geeks terecht. In het winternummer van Bier! magazine buigt het proefpanel zich over verschillende rookbieren die op de Nederlandse markt verkrijgbaar zijn.
De oorsprong van het rookbier ligt in een oude traditie. In een ver verleden werd vrijwel alle mout boven vuur gedroogd. Brouwers hadden nog geen truc gevonden om de lucht te verwarmen, zonder dat de rook in aanraking komt met de mout. De Duitse biersommelier Markus Raupach legt in mijn podcast Biertypisch Henri uit dat met name rond het Beierse plaatsje Bamberg brouwers vasthielden aan die oude methode van drogen, zelfs toen de nieuwe technieken beschikbaar kwamen. Enerzijds omdat ze dan niet hoefden te investeren in nieuwe apparatuur, anderzijds omdat de bierdrinkers in de regio niet zo gediend waren van de bleke bieren zonder rooksmaak. Ze hielden liever alles bij het oude. Ook in Polen bleef zo een rokerig biertype bestaan: Grätzer of Grodziskie. En zoals zo vaak: als je maar lang genoeg vasthoud aan traditie, dan wordt het op een gegeven moment zo uitzonderlijk, dat het weer geliefd wordt.
Heb je altijd al meer willen leren over het brouwproces van bier? Ons lesboekje over het brouwproces legt alles in duidelijk termen uit!
Volg ons op Instagram en Facebook om als eerste te weten van nieuwe blogs en antwoord te krijgen op de leukste bier-weetjes!